Skip to main content

Scheepswerfeigenaar Marjoleine vol trots en vertrouwen

‘Zorg voor het bedrijf, zorg voor de jongens!’ Het was geen geringe opdracht die scheepswerfeigenaar Nico Post op zijn sterfbed aan zijn vrouw meegaf.

Wed. K. Brouwer Scheepswerf BV is een prachtig bedrijf, maar een ingewikkelde erfenis maakte het voortbestaan allerminst zeker. Nu, drie jaar later, is de zaak opgelost en kan Marjoleine Post-van der Weide eindelijk optimistisch vooruitblikken.

Het is een lang en ingewikkeld verhaal dat Marjoleine te vertellen heeft. Of eigenlijk ook niet, want de details gaan alleen de betrokkenen aan en hoeven zeker niet te worden gepubliceerd. Liever vertelt ze over haar begintijd bij de scheepswerf, vijfentwintig jaar geleden, toen haar Nico nog een jonge vent was, die op het punt stond de leiding over het familiebedrijf over te nemen. Graag wil ze het ook over de toekomst hebben. Wed. K. Brouwer Scheepswerf BV behoort tot een uitstervend soort bedrijven, met een diverse klantenkring en genoeg opdrachten om nog vele jaren vooruit te kunnen.
Bij de slepende afwikkeling rond de erfenis van het bedrijf staat Marjoleine liever niet te lang meer stil. Begrijpelijk, want het was een emotionele periode, die ze nog maar net achter zich heeft gelaten. Terwijl ze haar verhaal vertelt, verschijnen soms tranen in haar ogen. Niet voor lang, want met een grap maakt ze daarna steeds lachend duidelijk dat we haar niet zielig hoeven vinden. ‘Het was een lastig dossier en ik heb niets cadeau gekregen. Ik heb veel geslikt om door te kunnen en regelmatig mijn gezicht in de plooi moeten houden. Maar het is gelukt en we staan nu aan de vooravond van een nieuwe episode’, vat ze kort en bondig samen.

Familiebedrijf

Marjoleine is sinds 1998 betrokken bij het familiebedrijf, dat officieel sinds 1859 bestaat, maar diverse voorgangers telt. In een recente uitgave van Historisch Zaandam staat de geschiedenis uitgebreid beschreven. ‘Het valt op dat veel weduwen deze werf hebben bestierd. Ik ben lang niet de enige.’

Al eeuwen worden in de Zaanstreek schepen gebouwd. In 1669 telde deze omgeving zestig à vijfenzestig werven. Er waren tijden dat hun totale productie uit vier- tot vijfhonderd schepen per jaar bestond. ‘Mijn schoonvader kwam hier in 1953 werken en kreeg in 1972 de leiding. Nico, mijn man, hielp al heel vroeg mee. Hij was nog maar elf toen hij door zijn vader met een sleepboot naar Amsterdam werd gestuurd om woonschepen op te halen. Hij was zo klein, dat hij op een blik moest staan om te kunnen sturen.’

Zelf studeerde Marjoleine rechten. Na haar studie kreeg ze een baan als jurist bij een deurwaarderskantoor. Nadat hun oudste dochter was geboren, kon ze haar werk en het gezinsleven niet langer combineren. Op voorstel van haar schoonvader werd ze administratief medewerker bij de scheepswerf. ‘Ik heb veel tijd en energie gestopt in het aanvragen van vergunningen. Op milieugebied werden de eisen steeds strenger. Ondertussen werd ook onze tweede dochter geboren en in 2005 werd Nico directeur. Het was een heftige periode.’

Samen bouwden ze een prachtig bedrijf op, waar classificeerders, ijzerwerkers, lassers en andere specialisten zich bezighouden met scheepsonderhoud, -reparatie en -restauratie. Wed. K. Brouwer Scheepswerf is gevestigd op drie locaties en heeft een droogdok van 96 meter, een stevendok voor kleinere werkzaamheden, een hellingbaan en een botenlift voor schepen tot zestig ton. Klanten kunnen er hun boot stallen en zelf onderhoud verrichten. Daarnaast beschikt het bedrijf over zes sleepboten en verhuurt het dekschuiten, die onder meer worden gebruikt bij de Gay Pride en de viering van Koningsdag in Amsterdam.

Noodlot

Een bedrijf om trots op te zijn. Maar vier jaar geleden sloeg het noodlot plotseling toe. Bij Nico werd een hersentumor geconstateerd en al snel werd duidelijk dat hij niet meer zou genezen. Op 25 november 2020 overleed hij, pas eenenvijftig jaar oud. ‘Nico is precies één jaar ziek geweest en heeft tot het laatst toe zijn best gedaan voor de werf. Hij bleef betrokken’, vertelt Marjoleine. ‘Vlak voordat hij overleed, zei hij tegen me: Zorg voor het bedrijf, zorg voor de jongens! Ik heb niet voor niets zo hard gewerkt. Het was heel moeilijk. Nico vertrouwde mij, maar ik was niet zeker of ik dit werk alleen zou kunnen bolwerken.’

Een extra complicatie was de eigendomskwestie. Van zijn vader had Nico niet het hele bedrijf geërfd, maar alleen de onderneming zelf. Het dok en de scheepshelling, maar ook de machines en apparatuur gingen naar zijn zus. ‘Als je allebei hetzelfde voor ogen hebt, hoeft dat geen probleem te zijn. Maar bij ons lukte dat niet. Op advies van onze advocaat en onze accountant hebben we daarom al in een vroeg stadium hulp ingeroepen. Al toen Nico nog leefde, in de hoop dat we de kwestie konden oplossen voordat hij zou overlijden. Dat is helaas niet gelukt.’

Ontvlechtingsproces

Via mr. Frank Verhey, de vaste advocaat van de werf, kwam Marjoleine in contact met Maarten-Jeroen den Boer van MB Adviesgroep. Onder zijn leiding begon een ingewikkeld ‘ontvlechtingsproces’, bedoeld om Nico en Marjoleine de regie over hun eigen bedrijf te geven. Een moeilijk proces, met veel vallen en opstaan, waarbij Maarten-Jeroen en Frank nauw met elkaar en met de huisaccountant van Zaam Accountants samenwerkten.

Begin december kwam het tot een succesvolle afronding, maar regelmatig had ze het niet meer zien zitten, geeft Marjoleine toe. ‘Maar het belangrijkste dat Maarten-Jeroen me heeft geleerd is in blokjes denken. Hij denkt eerst vooruit en vandaar stapsgewijs terug. Bij elkaar mag iets een onoverzichtelijk probleem lijken, als je het blokje voor blokje bekijkt, wordt het een stuk overzichtelijker en kun je het oplossen.’

Belangrijk was volgens Marjoleine ook dat ze een duidelijk doel voor ogen hadden en dat doel consequent nastreefden. ‘We hebben onderweg veel tegenslag gehad, maar telkens weer de draad opgepakt en vooruitgekeken naar wat wél de mogelijkheden waren. Dankzij Maarten-Jeroen. Van hem is er maar één. Hij is kort en bondig, superscherp, maar ook helder en altijd gericht op het einddoel en een goed resultaat.’

Maarten-Jeroen zelf voegt daar bescheiden aan toe dat hij het niet allemaal alleen heeft hoeven doen. Ook zijn collega Bert van Zoolingen heeft een belangrijke rol gespeeld, vooral in het uitwerken van de benodigde financieringsmaatregelen. ‘Het proces werd bemoeilijkt door het type onroerend goed, de ban op het financieren van scheepswerven door de oorlog in Oekraïne en de steeds oplopende rente. Uiteindelijk hebben we het kunnen regelen bij ABN AMRO, de huisbankier van de onderneming.’

Goed onderbouwde administratie

Ook op organisatorisch en financieel vlak heeft Marjoleine veel van hem geleerd. ‘Maarten-Jeroen heeft me het belang doen inzien van een goed onderbouwde administratie. Door kosten scherper te beoordelen en deze ook daadwerkelijk te factureren. In het jaar van Nico’s ziekte was nogal wat achterstand ontstaan. Nu hebben we die ingelopen en heb ik een veel beter overzicht gekregen. En wat blijkt? Ik kan meer investeren dan ik ooit voor mogelijk had gehouden.’

Hoewel ze het nog steeds wel eens moeilijk vindt, voelt Marjoleine vooral vertrouwen en trots. Trots op haar dochters. Joséphine (25) is jurist en werkt bij het Openbaar Ministerie. Haar zus Clémentine (20) studeert nog, Tax & Advice, en werkt daarnaast parttime bij de Belastingdienst. ‘Hun vader zou hebben gezegd: Geweldig, meiden! Vroeger waren we niet zo enthousiast over die blauwe brieven. Maar het is heel knap wat onze dochters hebben bereikt.’

Trots en vertrouwen voelt ze ook voor haar bedrijf. ‘Wij zijn geen Damen, waar grote schepen worden gebouwd en duizenden mensen werken. Maar we zijn ook niet klein. Bij elkaar hebben we zo’n twintig medewerkers en heel veel klanten. In deze omgeving zijn nog maar weinig van zulke werfjes. De meeste zijn gestopt of weggesaneerd. Daardoor is er veel werk voor ons en dat zal de komende jaren wel zo blijven. We zijn een bedrijf met bestaansrecht.’